Ondanks de demissionaire status van het kabinet staan er voor Prinsjesdag 2025 enkele belangrijke fiscale wetsvoorstellen op de agenda. Deze variëren van technische reparaties in bestaande wetgeving tot maatregelen op het gebied van duurzaamheid en betaalbare energie.
Ook wordt de vorig jaar aangenomen btw-verhoging op onder meer cultuur, boeken en sport, die per 2026 zou ingaan, waarschijnlijk teruggedraaid. Extra grote wijzigingen worden niet verwacht, maar de fiscale agenda blijft in beweging.
Prinsjesdag 2025 – kern van de fiscale plannen
Op 16 september 2025 presenteert het kabinet tijdens Prinsjesdag het Belastingplanpakket 2026. Dit pakket bestaat uit verschillende wetsvoorstellen die samen de koers bepalen voor het komende belastingjaar. Hieronder een overzicht van de belangrijkste voorstellen die nu al bekend zijn.
Belangrijkste inhoudelijke wijzigingen per belastingsoort
Inkomstenbelasting
- Inflatiecorrectie – In 2026 worden de belastingschijven en heffingskortingen slechts voor 46,2 % aangepast aan de inflatie. In de praktijk betekent dit dat mensen relatief meer belasting gaan betalen, omdat de belastinggrenzen minder meestijgen dan de prijzen.
- Box 3 – Het forfaitaire rendement voor overige bezittingen stijgt van 5,88 % in 2025 naar 7,78 % in 2026. Het heffingsvrije vermogen wordt verlaagd van € 57.684 naar € 51.396.
- Zelfstandigenaftrek – Deze wordt verder afgebouwd naar € 1.200 in 2026. De startersaftrek blijft € 2.123. Ondernemers met een eenmanszaak, vof of maatschap krijgen hierdoor minder belastingvoordeel.
Auto en mobiliteit
- Bijtelling elektrische auto’s – Voor nieuwe elektrische auto’s geldt vanaf 2026 hetzelfde bijtellingspercentage (22 %) als voor niet-elektrische auto’s. Hiermee verdwijnt het fiscale voordeel voor elektrisch rijden bij nieuwe aanschaf volledig.
Schenk- en erfbelasting
- Verdeling huwelijkse gemeenschap – Bij ontbinding van een gemeenschap van goederen met ongelijke verdeling of toepassing van een verrekenbeding kan erf- of schenkbelasting verschuldigd zijn over het deel dat meer dan 50 % van het gezamenlijke vermogen bedraagt. Dit geldt met terugwerkende kracht tot 18 april 2025.
- Belastingrente erfbelasting – Het bestaande matigingsbeleid wordt in de wet opgenomen. De rente wordt berekend over het verschil tussen de onjuiste en de correcte aangifte.
- Aangiftetermijn erfbelasting – Wordt verlengd van 8 naar 20 maanden na overlijden. Schenkingen binnen 180 dagen voor overlijden worden niet als schenking beschouwd. Er hoeft dan geen aangifte schenkbelasting te worden gedaan.
Omzetbelasting
- Cultuur, sport en media – Het verlaagde btw-tarief blijft bestaan. De eerder aangekondigde verhoging gaat niet door.
- Logies – Overnachtingen in bijvoorbeeld hotels en vakantieparken vallen vanaf 1 januari 2026 onder het hoge btw-tarief van 21 %, ook als deze al in 2025 zijn geboekt en betaald.
Bedrijfsopvolging
- Rollatorinvesteringen – Omzetting van beleggingsvermogen naar ondernemingsvermogen op (zeer )hoge leeftijd leidt tot een verlenging van de bezitstermijn. De termijn wordt verlengd met zes maanden per jaar dat de (overleden) ondernemer ouder is dan de AOW-leeftijd plus twee jaar.
- Dubbel-BOR – De bedrijfsopvolgingsregeling geldt niet meer voor ondernemingen die eerder eigendom waren van de verkrijger, tot maximaal de eerdere overdrachtsprijs.
Overdrachtsbelasting
- Startersvrijstelling – Wordt verhoogd naar € 555.000 voor kopers tussen 18 en 35 jaar die voor het eerst een woning kopen en er zelf gaan wonen.
- Algemeen woningtarief – Nieuw tarief van 8 % voor woningen die niet als hoofdverblijf dienen. Het tarief voor niet-woningen blijft 10,4 %. Voor hoofdverblijfwoningen blijft het tarief 2 %.
Let op! De meeste plannen moeten nog nader worden uitgewerkt, in wetsvoorstellen worden opgenomen en daarna nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Wij houden u op de hoogte over de ontwikkelingen wat betreft deze plannen.
